Home » BLOGS » Foto carrousel,

Foto carrousel,

Foto carrousel, Twee keer een begrafenis. Vroeger een uitzondering, nu vast protocol.  
 
“Wilt u een foto-carrousel?” vraagt de uitvaartondernemer. Er worden foto’s aangeleverd en alle aanwezigen krijgen letterlijk een kijkje in het leven van de overledene. Er komt dan meer leven in de verhalen. Ik vind dat wel mooi.  
Het zette me ook aan het denken. 

Het kostte bij de laatste best moeite om de foto’s bij elkaar te krijgen. “Wat apart”. Dacht ik. Een heel mensenleven eindigde met amper veertig foto’s. Veertig vastgelegde momenten van eenvoudig huiselijk of groots meeslepend geluk. Daar ging ik dus over nadenken. 

Wat nou als ik ga? Wat laat ik dan na? Wat zijn dan de herinneringen die de carrousel halen? En met wie? Zijn het er dan wel genoeg? Wat ís eigenlijk genoeg? Kennelijk vond ik zelf veertig aan de karige kant. Vierhonderd zou te veel zijn. Dan krijg je een frame-tijd van een halve seconde en zie je uiteindelijk niks. Dat kan het oog niet verwerken. Goede reminder dat het nodig is om bij elk mooi moment ook voldoende lang stil te staan. Anders zíe je hem letterlijk niet. Straks én nu. 

Ik besloot mijn eigen carrousel uit te breiden. Herinneringen te maken met één van de mensen die mij het meest dierbaar is. Die ik vaak mis. Omdat hij ergens anders woont. Zíjn keuze. Míjn zoon. 

We deden dat al eerder. Gewoon twee dagen op avontuur. Zónder verkering. Zonder werk. Zonder verplichting. Een beetje verdwalen met elkaar. 

Toen met de scooter naar Haarlem en weer terug. Verdwalen bij Abcoude. Nu reden we naar Winterberg. Met de auto. Anders waren we over drie weken nóg niet terug. Uit Abcoude. 

De mooiste momenten staan niet op gevoelige platen. Zoals die van vier uur lang ongestoord. Over vroeger. Over nu. Over later. Gewoon. Samen praten. 

Geen foto dat hij om kwart over zeven kwam douchen. Met moe en motivatie. Bij het starten van de motoren stonden wij al bij de lift. De berg op gedragen en weer naar beneden gegleden. Een keer of tig. Geen foto van zijn verbazing als hij ontdekt dat hij uit zijn broek is gescheurd. 

Geen foto van de vrolijkheid. Het gemak. Het plezier. De waardering. Hoe leg je vast dat de tijd te snel ging? Dat we niet alleen de berg op maar ook door elkaar werden gedragen. Dat onze relatie op geen enkele manier naar beneden is gegleden. Al had dat gekund. Een keer of tig. In ons verleden. 

Geen foto van “Goedemorgen” en “Welterusten”. Van proberen te springen en dan vallen. Met een grote grijns. Toch nóg een poging. Geen foto van mijn binnenste dat vond wat het zocht. Ook niet dat ik met permanent slappe lach een nieuwe broek voor hem heb gekocht. 

Geen foto’s? Ja zeker wel!

Ze staan allemaal in mijn hoofd. Vastgelegd op de gevoelige plaat van mijn hart. 

Dus al heb ik soms wat vragen. Eén ding weet ik wel. Ik kom rúim aan de vierhonderd.

Ik heb mijn eigen foto-carrousel.