Home » BLOGS » Het geheugen van zijn handen,

Het geheugen van zijn handen,

Het geheugen van zijn handen, Twee oude handen zoeken elkaar. Voorzichtig over de leuning van de stoel. Voelend, tastend, vindend. In een verward en onzeker Zijn op zoek naar bekend en veilig terrein. Hij. Bij haar. Op zoek naar de liefde die er altijd was.

Dit zijn de handen die elkaar ruim zeventig jaar gestreeld hebben. Dit zijn de handen die elkaar hebben liefgehad. Nog steeds liefhebben. Die samen gebouwd hebben aan de toekomst. Nu alleen nog het verleden kunnen strelen. Af en toe. Als er helderheid is. 

Dit zijn zijn handen. Ze hebben gewerkt en gerust en gedragen. De kinderen met name. Alles gegeven wat erin zat. Handen die hebben gezocht. Naar nieuw, naar beter, naar zekerheden. Handen die veilig wilden houden wat hem dierbaar was. Misschien geeft het rust. Dat dat is gelukt. Als er helderheid is. 

Deze rimpels zaten er niet altijd. De vlekjes zijn van ouderdom. Er zitten een miljoen verhalen. In de oude handen van mijn schoonvader. Mooie verhalen over vasthouden en loslaten. Die kinderfietsjes hebben vastgehad. Die avonturen beleefden. Die, dat weet ik zeker, háár nog steeds overal in mee zouden willen nemen. Dat zie je en dat voel je. Als er helderheid is. 

Dan gaan ineens zijn ogen écht open. Kijkt hij haar aan en pakt haar hand. “Hoe is het nou met jou?” vraagt hij. Zij kijkt terug met vochtige ogen. Ineens is het doodstil in de kamer. Ze zeggen niks. Ze zeggen alles. In hun stilte voel ik hun band. Voel ik een liefde die in geen film te vangen is. Die je niet kunt acteren. Niet kunt ensceneren. Die er zomaar en bijzonder. Gewoon. Is. 

In zijn hoofd gaan alle luiken van de herinnering langzaam dicht. Af en toe vliegt er nog eentje open. Steeds minder. Steeds moeilijker. Weet hij nog wie hij is. En hoe dat moet. Het leven. Waar zijn stoel staat. Welke straat. 

Zij kan bij hem op bezoek. Hij is steeds vaker niet thuis. Al meegenomen naar een andere wereld. Terwijl zijn lichaam hier nog is. Maar als ze samen zitten. Naast elkaar stokoud zitten zijn. Dan hebben zijn handen nog geheugen. Zoekt en vindt hij de hare. Is het toch goed om bij elkaar te zijn. Dan vliegt er bij míj ineens een luikje open. Vind ík onvoorziene helderheid. 

Zó.

Ja zó.

Hoort echte liefde te zijn.

Dat als je hoofd het af laat weten. Je geheugen je in de steek laat. Je het leven al bent vergeten. Dat dan je handen de weg nog weten. Naar waar de liefde gaat. 

Ben ik op een bijzondere gewone zondag. Zomaar getuige geweest. 
  
Van het geheugen van zijn handen en een hele heldere geest.