Home » BLOGS » Terwijl ik je mis,

Terwijl ik je mis,

Terwijl ik je mis, Ze gaat. Met een lach en een traan. Maar ze gaat.

Dochter heeft een huis. We zagen het aankomen. Inmiddels een halve zolder uitzet. Grote tassen servies, pannen en keukengerei. Gereedschapsset voor het aankomende klussen. Een wasmand. Een braadslee. Een bijzettafeltje. Een stofzuiger. Meubelen bloedig bij elkaar gespaard en besteld. Samen met haar Lief waagt ze de sprong in het diepe. Sprong in het lieve verliefde. Regelrecht de zelfstandigheid in. Ze is er klaar voor. 

Althans. Dat dáchten we. Als het definitieve bericht komt. Geen feestje. Geen slingers. Geen lach. Niet bij haar. Niet bij mij. Zelfs niet bij Schoonzoon. Anders nog. We huilen hele dikke tranen. Onder de indruk van een naderend afscheid. Afscheid van een periode die blijkbaar voor ons allemaal goed was. Heel goed. 

Dochter én Schoonzoon wonen al een jaar samen. Samen bij mij. Bij ons. Leuke, écht leuke mensen. Mensen die overal blij van worden. Enthousiast zijn. Zin hebben. Met wie we met gemak een paar uur tafelen. Die open zijn. Met wie we gevoelens delen. Grapjes uitdelen. Die met en voor ons koken. Die vragen stellen. Meedenken. Meeleven. Leuke mensen met wie meer dan prima viel samen te leven. Mens we hebben wat afgelachen! 

Díe twee mensen gaan onder een eigen dak. Omdat het leven zo loopt. De kans zich aandient. De ontwikkeling daar om vraagt. En dat is goed. Maar nu nog even niet. Niet helemaal. We beseffen hoe goed we het hebben gehad met elkaar. Hoeveel steun we hebben gehad aan elkaar. Hoe gaaf het is als je binnen vijf minuten na thuiskomst kunt schaterlachen met elkaar. Beseffen dat het voor de sfeer niet nodig is dat ze gaat. Dat ze gaan. Nu vechten een klein beetje schrik en spijt met ontroering en dankbaarheid. Dat beseffen we ons ook. 

Beseffen vooral, dat we bofkonten zijn. Geluksvogels met een prachtige vlucht onder onze gezamenlijke vleugels. 

Twintig jaar. Twintig jaar liefde en zorg, aandacht en leren, lachen en verdrieten, leven en lieven loopt straks de deur uit. Een laatste keer. “Welterusten mamma” en de bijbehorende knuffel-kus. Een laatste keer. Thuiskomen vanuit haar werk en verhalen vertellen. Een laatste keer. Nog even gauw kletsen voordat we naar bed gaan. Een laatste keer. Overleggen over de was en de droger. Een laatste keer. Alles. Van alles. Voor de laatste keer in een gezamenlijk huis. 

Straks is haar kamer leeg. Liggen er geen duizend dingen meer op de trap. Zijn mijn wasmanden niet meer ontploft na een spontane opruimactie. Struikel ik in de hal niet meer over hun schoenen. Hoef ik haar licht niet meer uit te doen als ze al lang weg is. Knarsetandend. Is mijn douche vrij van onbegrijpelijk veel shampoo en andere flessen. Weet ik weer wat er wel en niet in de koelkast ligt. En hoe lang al. Straks heb ik thuis meer overzicht. Je zou er bijna zin in krijgen. 

Bijna. 

Maar nu nog even niet.      


Hallo Leven, 

Hallo lief kind, 

Droog je tranen alsjeblieft 

Straks iets minder dichtbij 

Iets minder verweven 

Weet dat ik je altijd vind 

Dat het goed is 

In mijn hart ben jij 

Gewoon dichtbij 

Vind ik je allemachies lief

Terwijl ik je mis.